Setting
Setting
“Welkom, reiziger, in de wereld van Oròm. Het jaar is 366.
Op deze pagina vind je wat extra informatie over onze setting. Uiteraard vind je hier niet álles wat er aan de hand is.
Zoals ik altijd zeg: “Kom daar IC maar achter”. Maar uiteraard willen we alle spelers wel een beetje een beeld geven van hoe de wereld er uit ziet en wat er aan de hand is in het land.
Lees rustig verder om te zien of het je aanspreekt. Als je na het bekijken van de website nog steeds vragen hebt, kun je deze natuurlijk altijd mailen naar balance.larp@gmail.com.”
– Christopher
Over de spellocatie:
Vanaf The Balance 16 vind het spel niet langer plaats in Veere.
De nieuwe locatie is een prachtig mooi groot bos bij Stokkum. IC zijn we verplaatst van het dorpje Khobar, naar het Kinomori Woud. Dit ligt nog steeds in de provicie Tuong.
De exacte plek is het nieuw opgerichte dorpje Altin Gelecek. Dit dorp is opgericht nadat er een soort Gold-Rush is geweest naar deze locatie toen er een nieuw materiaal is ontdekt wat schijnbaar grote magische kracht bezit. Nu al gewild bij niet alleen smeden maar ook bij alchemisten, ritualisten etc.
Tot zover bekend is dit alleen te vinden op deze plek.
‘Altin Gelecek’ betekend ‘Gouden Toekomst’ in het lokale dialect.
Wellicht dat jouw personage hier heen wil om te kijken wat hij met dit materiaal kan doen. Misschien ben je bakker en zie je je kans schoon om daar flink te verdienen. Wellicht ben je huurling en gok je dat er veel werk zal zijn voor je daar. Misschien wil je wel gewoon op avontuur en lokt dat je naar het Kinomori Woud. Hoe dan ook, als er zoveel personen met verschillende motieven op 1 plek samenkomen staat dat gegarandeerd voor kansen.
De wereld maakt gebruik van ander geld dan de euro’s die wij gewend zijn. We betalen met goud, zilver en koper. In 1 goud gaat 10 zilver en in 1 zilver gaat 10 koper. In de prijslijst hieronder kun je vinden hoeveel normale dingen in Jara ongeveer kosten.
Over Jara:
Zoals vermeld ligt ons dorpje in het land Jara.
Jara is eigenlijk een heel gewoon land. Het wordt voornamelijk bewoond door Elven en Mensen.
Verder leven er Orocks, Gaton en Dwuomi (meer informatie). Er zijn wellicht nog andere rassen, maar deze ken je als speler (nog) niet.
3 jaar geleden heeft er een oorlog gewoed in het zuiden van Jara.
Een groot leger, bestaande uit Ondoden en Demonen viel vanuit het zuiden de vestingstad Ardon aan in een poging om Jara binnen te komen. Damask is een andere grote stad die ook is aangevallen.
Ardon is in die strijd veranderd in een soort spookstad. Grote delen van de stad zijn vernietigd. Nu leven er nog wel mensen, maar het is nog altijd een gevaarlijke plek omdat er ook nog restanten van het vijandelijke leger zijn die zich daar verbergen.
Damask had een succesvollere verdediging onder leiding van de Rode Storm; een machtig tovenaar. Zij hebben de aanval afgeslagen. Meerdere andere kleinere plaatsen zijn ook aangevallen destijds.
Deze oorlog is zo’n 3 jaar geleden beëindigd.
De afgelopen tijd heerst er voornamelijk vrede in Jara. Wel zijn er verschillende landheren die van de onrust gebruik hebben gemaakt, en nog steeds maken, om hun landgoederen te vergroten. Daarnaast zijn er redelijk wat militairen en huurlingen die nu op andere manieren hun brood verdienen. Sommigen hebben een beroep geleerd of weer terug opgepakt, maar anderen zijn minder eerzame paden gaan bewandelen.
Een tijd van wederopbouw. Van kansen en mogelijkheden, zeker nu er een nieuw mineraal is ontdekt in het zuiden van Tuong.
Het is nog onduidelijk wat het precies is en wat de mogelijkheden er mee zijn.
Kom jij naar het kamp ‘Altin Gelecek’ om te zien wat de toekomst jou brengt?
Algemeen bekende wetten:
De volgende wetten zijn in heel Jara van kracht en bij iedereen wel bekend.
Uiteraard mag je er altijd voor kiezen om onder een steen geleefd te hebben en deze wetten niet te kennen.
- Je mag niet stelen.
- Je mag geen bezittingen van een ander beschadigen.
- Je mag niet iemand verwonden of vermoorden.
- Magie mag vrij beoefend worden.
- Magie mag niet gebruikt worden om anderen schade toe te brengen.
- Magie mag niet gebruikt worden om onderhandelingen te beïnvloeden.
- Slavernij is in Jara niet toegestaan.*
- Het beoefenen van bepaalde beroepen is enkel toegestaan wanneer je lid bent van een betreffend Gilde. **
- Samenwerken of samenzweren met Ondoden en/of Demonen is ten strengste verboden.
- Godslastering is verboden.
- Je voordoen als Adel is verboden.
*Er zijn nog steeds wel veel zeer slecht betaalde baantjes, maar gedwongen, onbetaald werk is niet toegestaan.
** Bijvoorbeeld Alchemisten.
De meer simpele beroepen hebben geen Gildes.
De straffen op overtreding worden door de rechtsprekende adel besloten.
Over het algemeen is dit op diefstal een werkstraf, lijfstraf, of het afhakken van een hand.
Bij verwonding zal dit een langere werkstraf of zwaardere lijfstraf zijn. Bij ernstige verwonding kan de straf erger zijn; het gevang in voor lange tijd, of zelfs de doodstraf.
Op het vermoorden van iemand staat bijna altijd de doodstraf.
Op het aanvallen van iemand van adel staat sowieso de doodstraf.
Kaart:
Jara bestaat uit een aantal provincies die allen anders zijn. De kaart hieronder geeft aan hoe het land Jara eruit ziet. Jij kunt als speler besluiten of je weet hoe het land in elkaar zit. Je mag deze informatie OC ook gebruiken om een achtergrond te schrijven.
De provincies van Jara
Ba’Lyk | Evahr | Fharyn | Levias | Nofsinhar | Rhana | Tuong
De provincie Ba’Lyk
Ba’Lyk ligt in het noordwesten van Jara. De bevolking, bekend als Ba’lykanen, is een sterk volk. Fysiek zijn de inwoners erg groot. Een volwassen Ba’lykaan is vaak tot wel twee meter lang. Ze zijn allen breed gebouwd en gespierd. Hun huid is meestal donker, variërend van donkerbruin tot zwart. De Ba’lykanen leven in kleine communes of dorpjes. Ze leiden een halfnomadisch bestaan. Ba’Lyk kent eigenlijk geen steden, op Zwartpoort na. De rest van het land is bezaaid met kleine dorpjes: soms niet meer dan 3 simpele boerderijen in elkaars buurt, soms een huisje of 20 bij elkaar. Men leeft voornamelijk van de jacht en van wat er op het land wordt verbouwen. Ba’Lyk heeft een kouder klimaat dan de rest van Jara. De grond is rotsachtig en leent zich daardoor slecht voor landbouw. De Ba’lykanen zijn een taai volk, omdat ze wel moeten. Van jongs af aan moeten de kinderen al meewerken met alle taken die moeten gebeuren. De Ba’lykanen zijn als vechters gevreesd. Hun fysieke kracht gecombineerd met intensieve training maakt ze uitstekende soldaten. Ooit heeft Ba’Lyk geprobeerd om zelfstandig te worden. De oorlog met Jara die hieruit volgde, had geen winnaar, ondanks dat Jara een veel groter leger kon oproepen. Uiteindelijk wist koning Ronald Harwoes dankzij zijn diplomatieke vaardigheden Ba’Lyk weer bij Jara te voegen. Desondanks zijn de Ba’lykanen een erg zelfstandig volk dat weinig van ‘buitenlanders’ moet weten.
Het Ballar-gebergte
Ongeveer een derde van Ba’Lyk ligt in het Ballar-gebergte, dat de grens tussen Jara en Varjil markeert. Het Ballar-gebergte vormt een natuurlijke barrière tussen de twee landen. De hoogste toppen zijn zo koud, stijl en verraderlijk dat zelfs de beste bergbeklimmers er zich geen weg door kunnen banen, laat staan een leger of handelskaravaan. In de bergen ligt het hele jaar door sneeuw. In het zomerseizoen is de temperatuur er net boven het vriespunt aan de voet, maar wordt het hoger nog kouder. In de winter is de temperatuur de hele dag onder nul.
Zwartpoort
In het meest oostelijke punt van Ba’Lyk ligt, op de grens met Varjil, de vestingstad Zwartpoort. Zwartpoort bewaakt de grootste handelsroute van en naar Varjil, de zogenaamde King’s Road. Deze weg loopt door tot ver in Varjil, en loopt van de noordelijke grens van Jara helemaal tot aan Ardon in het zuiden. Zwartpoort is het enige dat in de buurt komt van een echte stad in heel Ba’Lyk. Het is voornamelijk een groot fort, met verschillende defensieve constructies er omheen. Hiertussen is een stad gegroeid, gevoed door de vele handelaars en reizigers die hier langs kwamen en nog altijd komen. Zwartpoort heeft al decennia geen actie gezien als verdedigingswerk, maar de verhalen gaan dat Zwartpoort onmogelijk is in te nemen, en dat het dan ook nog nooit gevallen is bij aanvallen van tegenstanders.
Het Witte Woud
Het Witte Woud dankt zijn naam aan de witte bast van de bomen die er groeien. Het beslaat het grootste gedeelte van het westen van Ba’Lyk.
De provincie Evahr
De provincie Evahr ligt in het zuiden van Jara, ten oosten van Nofsinhar. Door de zuidelijke ligging is het de warmste provincie van het land. Het klimaat is in het oosten van de provincie perfect voor het houden van vee en het verbouwen van gewassen. Doordat er zoveel voedsel verbouwd wordt, heeft de provincie een bijnaam: de graanschuur van het land.
Deze provincie behelst het merendeel van de oostelijke grens van het land. Door zijn ligging en de vele goederen die er in- en uitgevoerd worden, is Damask uitgegroeid tot de belangrijkste handelsstad met de oostelijke volken.
Damask
Damask is een levendige handelsstad waar je alles kunt vinden wat je zoekt, als je maar genoeg geld hebt. Door de vele handelaren blijft het geld stromen. De meeste handel wordt gedreven met de oostelijke volken, waardoor er veel variatie in producten is. De belangrijkste binnenlandse handelsroute naar Karst loopt langs vestigingsstad Cairn Dos. In Damask is het leven sinds de oorlog al weer redelijk teruggekeerd naar hoe het voorheen was. Vanwege de Rode Storm is de aanwas van studenten in de magie enorm toegenomen. Veel jongelui die de volgende legende willen worden gaan naar de academie voor magie die de volgende legende willen worden.
Vrask
Dit ooit zo levendige stadje is na de val van Rhana door het volk de rug toegekeerd. Men zegt dat de inwoners van Vrask geen hulp wilden bieden aan Rhana, waardoor Rhana is gevallen, maar het volk van Vrask denkt hier anders over. De inwoners van Vrask hebben zich afgezonderd van de rest van Jara en leven het liefst op zichzelf.
Boralis
Is een klein land zo groot als een stad. Het heeft een eigen koning en koningin, en een eigen manier van doen en laten. Omdat het in de buurt van Damask ligt, vindt hiermee ook de meeste handel plaats. Boralis ligt in het zuidoosten van Evahr, vlak aan de zuidelijke en oostelijke grens. Hierdoor zijn er ook veel verschillende producten te vinden. De prins van het land, Amadeus, is enkele jaren geleden ontvoerd. Tot op de dag van vandaag is hij nog niet gevonden en weet men niet wat er met hem is gebeurd. Sinds de ontvoering regeren de koning en koningin met ijzeren hand en is Boralis een minder fijne plek geworden om te leven.
De provincie Fharyn
De provincie Fharyn strekt zich uit van het midden van de kust tot de noordgrens van Jara. De zuidgrens van de provincie wordt gevormd door de voet van de Mountains of Mourning, terwijl het noorden begrensd wordt door de provincie Ba’Lyk. Aan de noordgrens ligt ook het meer Farouk, waarvan de helft zich in Fharyn en de andere helft zich in Ba’Lyk bevindt. In Fahryn zijn twee belangrijke havensteden: Darno en Brabos. Er zijn ook een groot aantal boerendorpjes te vinden in het binnenland. Hier wordt het voedsel geproduceerd dat nodig is voor de uitrusting van de schepen die vanuit Darno en Brabos vertrekken.
Het volk van Fharyn is over het algemeen wat serieuzer dan dat van Tuong. De inwoners werken hard en zijn geduldig. Het is vaak kouder en regenachtiger dan in het zuiden van Jara en daarom is er minder behoefte aan feest.
De provincie Fharyn en de steden erin zijn in het verleden wel eens aangevallen door vloten uit andere landen. Daarom patrouilleert er militie langs de kust en rond de steden. Hiervoor is het verplicht gesteld voor elke oudste zoon uit een gezin om enkele jaren in dienst te zijn bij de militie.
Darno
Darno is een van de twee havensteden van Fharyn. Van de hoofdstad Karst loopt een belangrijke aanvoerrivier naar Darno. Er wordt dan ook veel gehandeld langs deze rivier en er zijn veel aanlegplaatsen waar kleine dorpjes omheen gebouwd zijn. Verder is Darno een havenstad. Er komen dus veel mensen uit andere landen handel voeren. Darno is de hoofdstad van de provincie Fharyn en is een serieuzere stad dan de andere havenstad, Brabos.
Brabos
Brabos is een smeltkroes van culturen en rassen. Een rijke havenstad geleid door de Graaf van Brabos, de heer van Glymes, Jannos. Graaf Jannos is een grote, ijdele man die zijn rijkdom graag toont aan vriend en vijand. Met een voorliefde voor alle geneugten die het leven te bieden heeft, geniet hij van de vruchten die Brabos voor hem afwerpt. Maar hij is ook een trots man, en elke belediging van zijn persoon wordt met harde hand afgestraft. De havenstad heeft vele activiteiten, zoals jaarmarkten, braderijen, het meifeest, de spelen en de Foor. De rondtrekkende Foor trekt jaarlijks van stad naar stad, maar begint en eindigt het jaar in Brabos. Vrijwel alle ambachten die je kunt bedenken, worden wel bedreven in Brabos. Gildehuizen zitten verspreid over de stad. Al de bedrijvigheid en handel trekt ook veel gespuis en struikrovers. Het is dus niet altijd even veilig in de stad.
De provincie Levias
In het midden van Jara ligt de provincie Levias. Alle handelsroutes komen hier samen in de hoofdstad Karst. De belangrijke aanvoerrivier vanuit Darno loopt hier verder als de Saria in oostelijke richting.
Karst
Karst is een overweldigende stad om te zien: waar je ook kijkt, je ziet steeds iets nieuws. Je raakt gewoon niet uitgekeken. De gebouwen bevatten veel detail, de gevel van de smid is vol gekerfd met alles wat met dit beroep te maken heeft, de herberg bevat schilderingen van verschillende uiteenlopende wezens en het huis van de houtbewerker bestaat uit houten beelden en ga zo maar door.
Binnen Karst draait alles om handel. Dit is ook de stad waar alle belastingen worden geïnd. Elke boer, handelaar en vakman moet hier een deel van zijn opbrengsten heen sturen als tegemoetkoming inde bescherming die zij genieten. Hier wordt het bestuur van het land geregeld. Eens per jaar komen alle vertegenwoordigers van de verschillende provincies bij elkaar om de stand van zaken te bespreken.
Lens
Op de handelsroute van Karst naar Zwartpoort ligt de gezellige stad Lens. Hier draait alles om plezier en genot. Er zijn twee verschillende soorten herbergen te vinden. De ene staat bekend om zijn overheerlijke bieren en meden, en de andere staat bekend om zijn gezellige dames en heren.
De provincie Nofsinhar
De meest zuidelijke provincie van Jara is Nofsinhar. De zuidgrens van het land is ook direct de zuidgrens van Nofsinhar. Deze wordt gevormd door de voet van de bergketen waar Nofsinhar om bekend staat. De mensen die in de bergen wonen zijn soms wat stug. Het binnenlandse klimaat is hard, en hoewel het naar het zuiden van Jara steeds warmer wordt, is dit niet het geval in de bergen. De winters zijn koud en ijzig, er valt veel sneeuw waardoor de passen niet altijd begaanbaar zijn. De mensen die in dit gebied wonen zijn daarom op zichzelf aangewezen. In de bergen zijn twee van de drie belangrijke steden van Nofsinhar. Ardon en King’s Peak zijn belast met de taak de grens te bewaken. Kanteros ligt op de vlakte die ook deel uitmaakt van Nofsinhar. Hier is het zowel ‘s winters als in de zomer warm en droog. Er is wel landbouw, maar niet alle noodzakelijk producten kunnen geteeld worden; daarom vindt er ook veel handel plaats tussen Nofsinhar en de andere provincies.
Ardon
Ardon is de hoofdstad van Nofsinhar en vormde tot enkele jaren geleden een groot fort dat de grens moest beschermen. Sinds de oorlog echter is Ardon een spookstad geworden. Het wordt nu bewoond door allerlei verschillende figuren. Sommige wezens die hier woonden wilden hun thuis niet achterlaten. Andere zijn soldaten of huurlingen die hier een goedkoop bestaan zagen. Weer anderen zijn de lange arm van de wet ontvlucht. Daarnaast leven er nog steeds restanden van het leger dat Ardon aanviel. Ondoden en Demonen komen hier nog steeds voor. Ook avonturiers gelokt door de belofte van rijkdommen rijzen naar Ardon. Vele van hen keren nooit weer terug…
King’s Peak
King’s Peak is een fort in de hoogste bergen van Jara. Er vond wat handel plaats met zowel het noorden als het zuiden als de passen niet waren dichtgesneeuwd. Daarnaast was het een trainingsplaats voor de hier gelegerde soldaten, die de grens veilig moesten houden. Tegenwoordig is King’s Peak helemaal verlaten. De vogels en ratten de enige inwoners.
Vlakten
De vlakten van Nofsinhar zijn vrijwel even onherbergzaam als de bergketen zelf, maar nu van de hitte in plaats van de kou. Het land wordt beschut tegen zowel regen als andere weerselementen door de bergen in het zuiden. Daarom kan het in de zomer zo heet worden dat alles verdort. De zeldzame regenbui die dan valt, wordt dan ook vereerd. De mensen die op dit land leven moeten dan ook sterk in hun schoenen staan.
De provincie Rhana, ook wel: Lost Hills
In het noordoosten van Jara liggen de Lost Hills. Dit gebied is vrijwel onbewoond en er is vrijwel niets in het heuvelachtige gebied. In de tijd dat de Lost Hills nog Rhana heetten, was er ook een grote stad. Deze is nu vervallen tot een ruïne. Wat hier precies gebeurd is, is niet algemeen bekend.
De provincie Tuong
Aan de westkust van Jara ligt de provincie Tuong. Deze provincie strekt zich uit van de zuidgrens tot het midden van de kust. Er zijn vooral veel kleine vissersdorpjes. Dieper in het land zijn boerendorpjes en een aantal grotere steden. De noordgrens van Tuong wordt gemarkeerd door een kleine bergketen, die ‘The Mountains of Mourning’ heet.
Het volk in Tuong is niet agressief en gaat voor het merendeel vriendelijk met elkaar om. Waar de inwoners wel om bekend staan, is hun grote voorliefde voor feesten. Ze zullen bij elke mogelijkheid proberen om er een feestje van te bouwen. De afgelopen jaren is dit echter minder van toepassing geweest vanwege de oorlog. Daarnaast zijn er recentelijk spanningen met de zuiderburen.
OC info: Voor Tuong hebben we onze inspiratie gehaald uit het Oosten. In de breedste zin van het woord, dus van Turkije tot aan China. Dit zie je terug in bijvoorbeeld de kleding en namen van personages. Uiteraard ben je niet verplicht om hier als speler iets mee te doen, maar mag uiteraard wel. Kledingstukken als een tulband, sluier, kimono of sarong zijn allemaal prima te gebruiken in je outfit.
Ailan
De grootste stad van Tuong is Ailan. Dit is ook de hoofdstad waar recht gesproken wordt. Ailan is de mooiste stad van het land, met wonderbaarlijke architectuur. De stad staat bekend in Jara als de belangrijkste handelsstad. Er zijn ontelbare marktpleinen waar de vele kramen en marktkooplui het hele jaar door veel handel bedrijven. Eigenlijk is de gehele stad één grote markt.
Mountains of Mourning en Ghongzheng
Op de top van de hoogste piek van de Mountains of Mourning staat een oud klooster. In het klooster worden veelbelovende leerlingen getraind om hun lichaam en geest perfect in balans te krijgen. Oude sagen verhalen van een oude meester die het klooster gesticht heeft en de teksten geschreven heeft. De teksten kwamen tot stand tijdens zijn meditaties, waarin hij ze uitgelegd kreeg door een vergeten geest die Ghongzheng heette. Dit werd de fundering voor de ‘weg van de monnik’. Helaas is de taal waarin de oude teksten zijn geschreven door de eeuwen heen verloren gegaan, en zo ook de kennis die erin besloten ligt. Hoewel de monniken niet meer in staat zijn om het niveau van spirituele en fysieke beheersing van de oude meesters te behalen, worden de verminderde kennis over de weg van de monnik en de verhalen van de Order tot vandaag de dag doorgegeven.
Archieven
Calendar
M | D | W | D | V | Z | Z |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | ||
6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 |
13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 |
20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 |
27 | 28 | 29 | 30 | 31 |